In het kort

Tot 2030 stelt de overheid €1 miljard beschikbaar om de transitie naar schoon en uitstootvrij bouwen te ondersteunen. Dit geld wordt gebruikt voor subsidies voor elektrische machines, generatoren en bestelbusjes, zodat bedrijven hun materieel kunnen vernieuwen en voldoen aan de nieuwe regelgeving.

• Strengere uitstootnormen: Vanaf 2025 worden nieuwe regels ingevoerd voor stikstof en fijnstof, met een uitbreiding naar CO₂-uitstoot in 2028.
• Elektrificatie van lichte machines: Over vier jaar moeten ook lichte bouwmachines volledig emissieloos zijn. Dit geldt voor ongeveer 68.000 machines.
• Afbouw dieselgeneratoren: Dieselgeneratoren worden stapsgewijs uitgefaseerd en vervangen door schonere alternatieven.
• Uitstootvrij bouwtransport: Bestelwagens die naar bouwplaatsen rijden, moeten vanaf 2028 uitstootvrij zijn. Dit betreft circa 256.000 voertuigen.

De overstap naar emissieloos bouwen heeft een grote invloed op de sector. Elektrische machines zijn aanzienlijk duurder dan dieselapparatuur, soms tot vier keer zo duur. Dit kan druk zetten op de financiële draagkracht van bedrijven, vooral als ze te lang wachten met investeren. Banken adviseren daarom om tijdig te beginnen met de aanschaf van elektrisch materieel en zo ervaring op te doen met de nieuwe technologieën.

De transitie brengt enkele uitdagingen met zich mee. Zo is er momenteel een beperkt aanbod aan elektrische bouwmachines en kampen veel bouwplaatsen met een tekort aan stroomvoorziening door het overvolle elektriciteitsnet. Toch biedt de verandering kansen voor bedrijven die nu investeren in innovatie en duurzaamheid.

De overheid heeft in het convenant duidelijke afspraken gemaakt over de inspanningsverplichting voor bedrijven. Hoewel het geen harde eis is, wordt verwacht dat de sector zich maximaal inspant om de emissies terug te dringen. Met deze maatregelen zet Nederland een belangrijke stap richting een schonere en duurzamere bouwsector.